Meesterwerken

Reliekkruis

1210-1220

De voorzijde bevatte de relikwie, in het kleine kruisvormige hokje op de eerste dwarsbalk. Deze zijde ontbreekt en is nu vervangen door een plaat van gegraveerd zilver waarop de Kruisiging is afgebeeld. Aan beide kanten zijn er medaillons met afbeeldingen van de Heiligde Maagd Maria en de apostel Sint-Johannes, die beiden getuige waren van de dood van Christus. Op de onderste dwarsbalk staan de Synagoge en de Kerk, die symbool staan voor het Oude en het Nieuwe Testament. Op het bovenste en onderste medaillon zijn twee engelen afgebeeld.

Op de achterzijde is Christus zittend op een troon afgebeeld met de beeltenissen van twee engelen aan beide zijden. Daaronder bevindt zich een lam dat symbool staat voor het offer van Christus. Ook zijn er vier andere gevleugelde figuren. Ze vormen de Tetramorf en staan symbool voor de vier evangelisten: Johannes, Lucas, Marcus en Matteüs.

In de 13de eeuw werden er in Noord-Frankrijk en in de Maasstreek talrijke gelijksoortige voorwerpen vervaardigd. De productie van kruizen genaamd staurotheken (van het Grieks staurós (kruis) en théke (houder)) werd gestart na de vierde kruistocht. De christenen wilden immers in 1202 het Heilige Land veroveren. Maar door gebrek aan geld werd Constantinopel het doel en werd deze stad in 1204 geplunderd. De kruisvaarders brachten vele schatten mee terug waaronder de relikwieën van het Echte Kruis die in deze reliekhouders werden getoond. Deze worden allemaal gekenmerkt door weelderige versieringen en het exemplaar in Rijsel is er een mooi voorbeeld van.

Detail 1:

De versiering van de voorzijde bevat een filigraanwerk (dunne getorste of met parels versierde metalen draadjes) dat verfraaid is met in de versiering ingelegde cabochons (gepolijste edelstenen) alsook zilveren medaillons.

Detail 2:

De zilveren platen met niëlloversiering (zwarte legering) zijn van een uitzonderlijke kwaliteit. Deze zijn verwant met de stijl uit 1200 die beïnvloed was door vormen uit de Oudheid. Dit blijkt uit de vloeiende weergave van de draperingen en het naturalistische karakter van de dieren en acanthusbladeren.

Reliekkruis
Reliekkruis

De voorzijde bevatte de relikwie, in het kleine kruisvormige hokje op de eerste dwarsbalk. Deze zijde ontbreekt en is nu vervangen door een plaat van gegraveerd zilver waarop de Kruisiging is afgebeeld. Aan beide kanten zijn er medaillons met afbeeldingen van de Heiligde Maagd Maria en de apostel Sint-Johannes, die beiden getuige waren van de dood van Christus. Op de onderste dwarsbalk staan de Synagoge en de Kerk, die symbool staan voor het Oude en het Nieuwe Testament. Op het bovenste en onderste medaillon zijn twee engelen afgebeeld.

Op de achterzijde is Christus zittend op een troon afgebeeld met de beeltenissen van twee engelen aan beide zijden. Daaronder bevindt zich een lam dat symbool staat voor het offer van Christus. Ook zijn er vier andere gevleugelde figuren. Ze vormen de Tetramorf en staan symbool voor de vier evangelisten: Johannes, Lucas, Marcus en Matteüs.

In de 13de eeuw werden er in Noord-Frankrijk en in de Maasstreek talrijke gelijksoortige voorwerpen vervaardigd. De productie van kruizen genaamd staurotheken (van het Grieks staurós (kruis) en théke (houder)) werd gestart na de vierde kruistocht. De christenen wilden immers in 1202 het Heilige Land veroveren. Maar door gebrek aan geld werd Constantinopel het doel en werd deze stad in 1204 geplunderd. De kruisvaarders brachten vele schatten mee terug waaronder de relikwieën van het Echte Kruis die in deze reliekhouders werden getoond. Deze worden allemaal gekenmerkt door weelderige versieringen en het exemplaar in Rijsel is er een mooi voorbeeld van.

Detail 1:

De versiering van de voorzijde bevat een filigraanwerk (dunne getorste of met parels versierde metalen draadjes) dat verfraaid is met in de versiering ingelegde cabochons (gepolijste edelstenen) alsook zilveren medaillons.

Detail 2:

De zilveren platen met niëlloversiering (zwarte legering) zijn van een uitzonderlijke kwaliteit. Deze zijn verwant met de stijl uit 1200 die beïnvloed was door vormen uit de Oudheid. Dit blijkt uit de vloeiende weergave van de draperingen en het naturalistische karakter van de dieren en acanthusbladeren.

Fermer

Les autres chefs-d’oeuvres